combinaties van verschillende chemische bindingen
Als de drie hoofdbindingen besproken zijn (ionbinding, metaalbinding en atoombinding), kun je ook begrijpen dat er deeltjes zijn waar combinaties worden gevormd van deze bindingen.
Laten we daarvoor even kijken naar een zogenaamd samengesteld ion.
In samengestelde ionen zijn meerdere atomen d.m.v. atoombinding aan elkaar gekoppeld.
Als geheel vormen ze echter niet een neutraal molecuul, maar ze hebben een positieve of negatieve lading.
Voor alle ionen, enkelvoudige en samengestelde, geldt dat hun totaal aantal protonen (positief) en totaal aantal elektronen (negatief) niet gelijk zijn.

voorbeelden:
enkelvoudig: Na+     Cl-     H+
samengesteld: H3O+     OH     CO32-


Als de lading van een ion gegeven is, kun je aan die lading direkt zien hoe de verdeling is tussen protonen (positief) en elektronen (negatief) in dat ion.
bijvoorbeeld:
Een ion met een 2- lading heeft twee elektronen méér dan protonen.
Dit geldt zowel voor enkelvoudige als voor samengestelde ionen.

Als in een stof geen metaal aanwezig is mag je meestal de conclusie trekken dat die stof geen ionen heeft en dat die stof opgebouwd is uit neutrale moleculen.
Alle atomen van zo'n stof zijn via atoombindingen aan elkaar gekoppeld. Een uitzondering: ammoniumzouten.

Een voorbeeld van een stof met meerdere bindingstypen is calciumcarbonaat, CaCO3.
Het is opgebouwd uit drie elementen, het metaal Calcium en de twee niet-metalen koolstof en zuurstof.
Het metaal (Calcium) zal zeer waarschijnlijk een positief ion zijn en de rest (dus CO32-) zal negatief zijn.
Tussen de ionen is er een ionbinding, maar binnen het negatieve ion bestaan covalente bindingen tussen O en C.