simon carmiggelt herfstbloemen colijn en de AR Buthdijk, Axel buurman Millenaar de molen van Cappon pioenrozen moeder Krina   DE TEKENAAR   aan de Amstel PCB-kalender Kuiphof meneer Visser


dagboekfragment uit 1991

De tekenaar is 82 jaar
Dokter Zwart zei vanmorgen: "Tekent of schetst u nog wel eens iets?"
Het werk van Geriaut, het levenswerk van deze grote schilder, is te zien in een uitvoerig overzicht van zijn werk. Ik werd zo geboeid door de uitgebreide serie schetsen die bij deze uitzending werden vertoond van deze beroemde schilder tekenaar.

Met heimwee denk ik terug aan de tijd toen ik figuurstudies maakte en ook uitvoerig van die kleine voorstudies. Ik mis het tekenen naar model, standen en verhoudingen. Hoe kan ik dat weer opnemen? Beter dan zomaar in de stoel te zitten, zou ik graag de tekenstift nemen en oefeningen maken. Maar ik zie er geen kans voor.
Als ik mijn hele voorkomen in afgang zie raken, wat wil ik dan eigenlijk nog? Dat moest ik me nu, vlak voor het slapen gaan, maar niet meer te dringend afvragen.


Door mijn baas was ik naar een bank gestuurd, en daar zag ik aangrijpende beelden. Meteen bij het binnenkomen in het reusachtig bankgebouw, had ik m'n aandacht bij de indrukwekkende schildering op de grote panelen die rondom te zien waren. Na de eerste indrukken van de zijpanelen, kreeg ik de meest indrukwekkende schildering op het middenpaneel voor m'n ogen. Het waren donker geschilderde vlakken van grote afmeting. Daarop was, om bij het middenpaneel te blijven, een schraal, doorzichtig wit aangebracht op een schetsmatige manier, sober, maar aangrijpend. Er werden figuren uitgebeeld die sterk deden denken aan de wegvoering van de Joden door de Duitsers.
De enige figuur die zich in m'n geheugen grifte, was de o zo sober aangeduide mannenfiguur. Ik was getroffen door de uitbeelding van deze 'worm', geen man, totaal overgeleverd aan de overmacht van de geweldenaars. De omschrijving van een man als een worm deed me denken aan de Here Jezus die net als deze man geen enkel verweer vertoonde, maar zich overleverde om gekruisigd te worden.
De onpeilbare droefenis over het gelaat van deze man, slachtoffer van geweldenaars die hem weggevoerd hadden, gaf een aangrijpend beeld van eenzaamheid en godverlatenheid. Meer dan levensgroot getuigde de uitdrukking van het gelaat van zo'n indringende angst dat het me niet losliet.
En nog, nu ik dit enige dagen later schrijf, is het zo reëel alsof ik het zo-even weer gezien had. Ik vind het ongelooflijk dat in een zo schrale, verdunde, witte verf op een donkere ondergrond met zo'n beeldende kracht iets kon worden uitgedrukt wat me zo diep aangreep. De indrukken blijf ik nog ondergaan. Wat een verbluffende belevenis.

Werd ik hier teruggevoerd naar een situatie die ik zoveel jaren terug beleefd had? Voor m'n werk kwam ik ooit in zo'n soort gebouw met de opdracht voor een beschildering van een wand of een paneel. Precies zo zal deze voor mij onbekende collega naar zijn werk gegaan zijn. De man zal een opdracht hebben gehad. Het voor mij onbekende, maar aangrijpende detail riep de herinnering op aan het ombrengen van de Joden, die dit bankgebouw wellicht als werkplaats hebben gehad.
De gedaante die bij het binnenkomen van dit gebouw zo'n verpletterende indruk op mij maakte, was een associatie met het onbeschrijfelijk lijden dat de Heiland moet hebben doorgemaakt, toen geweldenaars Hem aan het kruis spijkerden. Het ondoorgrondelijke dat zich op het gelaat van deze hoofdfiguur aftekende, zag ik met verbazing aan.